Verhaal van Douglas van der Brugghen

Plaat uit Girvan 25cm x 18cm met een discophyllum-achtige, Spenothallus en een palaeo-scolecide worm.

Mijn inzending voor 2020 heb ik gevonden in 1993, toen ik nog negen jaar oud was. Zoals gewoonlijk in die tijd ging ik iedere zomer met mijn vader, Wim van der Brugghen, fossielen zoeken in Schotland.

Normaal zouden wij Birk Knowes bezoeken maar deze dag zijn wij iets zuidelijker gegaan naar Girvan. (Mocht men interesse hebben wat er met Birk Knowes is gebeurd en hoe de Schotse natuurbescherming met zoekplekken omgaat, kunt u op deze site kijken: www.birkknowesaffairs.com).

In Girvan was “The Ladyburn Starfishbed” een vindplek met fossielen uit het Ordovicium. Zoals de naam al zegt kon je voornamelijk zeesterren vinden. (Ongeveer 10 jaar geleden hebben een paar Amerikanen de site overhoop gehaald met een graafmachine en is het nu verboden). Zoals meeste kinderen van die leeftijd ga je vervelen na een half uurtje andere dingen doen. Ik zou meestal een beek (burn) volgooien met steen en puin om zo een dam te bouwen. Tijdens de constructie van mijn nieuwe dam pakte ik een merkwaardige steen op. Sinds ik twee was heeft mijn vader mij geinstrueerd waar ik op moet letten wanneer ik fossielen zoek en alles wat ik niet weet wat het is, bewaren en aan hem laten zien. Dus ik naar mijn vader rennen, “Papa, papa ik heb iets voor je gevonden”. Dus ik overhandig het stuk steen aan mijn vader. Hij zag meteen dat het iets speciaals is. Later heeft hij het stuk aan een kennis laten zien. Deze meneer is tevens ook de expert van deze locatie. Hij informeerde mijn vader dat zoiets nog nooit hier is gevonden.

Nu vele jaren later, 2019.

Mijn pa is bezig met een toekomstige publicatie over een nieuw beestje uit het Carboon van Schotland. Hij komt daardoor in contact met een Belgische specialist Dr. Peter van Roy en nodigt hem uit om langs te komen. Nadat hij klaar is dingen te bespreken, laat ik hem het stuk steen zien uit Girvan. Hij ziet meteen op dat stuk steen niet één, niet twéé maar drie objecten nog onbekend voor de wetenschap. Het ronde object is een kwal-achtig dier mogelijk een discophyllum-achtige; De taps toelopende dingen worden Spenothallus genoemd; ten slotte het derde fossiel: de overblijfselen van een palaeo-scolecide worm.

Peter van Roy wil over deze vondst publiceren en daarna zal ik hierover een stukje voor de “Geo-graaf” schijven.